5 tips voor een goede relatie met je hond
Als je een hond hebt, is er maar één ding echt belangrijk: een goede onderlinge relatie. Jij en je hond moeten elkaar kunnen vertrouwen.
Je hebt de eerste goede stap al gezet door met je nieuwe vriend op cursus te gaan. Cursussen helpen jou en je hond om elkaar te leren kennen. Thuis kun je verder werken aan de band met je hond, zodat jullie een sterk team worden.
Het is sowieso belangrijk om met je gezin af te spreken dat je consequent bent in de opvoeding. Maar je kunt nog veel meer doen voor een fantastische relatie met het nieuwe gezinslid.
Hier zijn 5 handige tips om een goede band met je hond te krijgen.
1.Beloon je hond veel bij goed gedrag
Je weet uiteraard hoeveel voer je hond per dag krijgt. Haal hier een handje vanaf en doe dit in je zak als je met je hond gaat lopen. Als je hond goed luistert en jouw opdrachten uitvoert, kun je hem belonen met een brokje. Dit is leuk voor je hond en voor jou. Dit kun je ook doen in huis: als je hond luistert, krijgt hij weer voer uit je zak.
Jij kunt meer met een hond die wil werken voor zijn voer. Andersom is het voor je hond een feest om een beloning te krijgen als hij iets goed heeft gedaan. Zo leert hij ook sneller goed gedrag aan.
Het is wel belangrijk dat je hond niet net zijn voerbak heeft leeggegeten. Hij gaat natuurlijk niet werken voor een beloning als hij zijn buik al vol heeft.
2. Laat je pup spelend leren
Dit is leuk om te doen met het hele gezin. Iedereen gaat in een ander deel van de woonkamer of tuin staan. Om de beurt roep je de naam van je pup. Als hij komt, wordt hij beloond met een snoepje of een brokje – zie ook tip 1. Zo leert je hond dat hij moet komen als hij geroepen wordt.
Dit is een leuk spelletje voor je hond, met een positieve les. Je kunt de naam van je hond namelijk ook bestraffend gebruiken. Dan gaat hij zijn naam associëren met straf of een correctie. Met dit spelletje koppelt hij zijn naam aan de positieve ervaring van een snoepje of brokje. Als je dit spelletje doet, leert je pup dat hij moet komen als hij zijn naam hoort.
Let erop dat je gezin de hond gewoon roept, en niet zijn naam schreeuwt. Daar schrikt je hond van en dat werkt averechts.
3. Consequent zijn en samen optreden
Het is belangrijk dat iedereen in het gezin op dezelfde manier met de hond omgaat. Als iedereen de commando’s op dezelfde manier gebruikt, voorkom je verwarring bij je hond.
Maak afspraken over hoe je met de hond omgaat. Vooral in het begin kan het helpen om de basisregels in het zicht te hangen, bijvoorbeeld op de koelkast of de voordeur. Wil je dat je hond aan de linkerkant loopt? Zorg dan dat iedereen dit doet.
Wees ook consequent met elkaar. Ja is ja, nee is altijd nee. Ook al kijkt je hond nog zo schattig. Als je consequent bent, schep je duidelijkheid voor je hond. En dat is uiteindelijk leuker voor iedereen
4. Apporteren is goed voor de relatie met je hond
Kan je hond (nog) niet zo goed apporteren? Geeft niet: apporteren kun je leren. Maak een balletje of speeltje vast aan een touw. Daarmee houd jij (letterlijk) de touwtjes in handen.
Eerst houd je het speeltje samen met je hond vast. Jij laat het speeltje steeds als eerste los. Zo leert je hond dat hij het mag vasthouden voor je. Dan komt hij weer naar jou om te spelen.
Na een tijdje kun je het speeltje een stukje weggooien. Geleidelijk aan gooi je het steeds iets verder weg. Je hond leert erachteraan te gaan en het speeltje steeds weer terug te geven. Zo leer je een hond apporteren.
Tip voor de beginfase: roep of schreeuw niet steeds ‘los’ naar je hond. Het gaat er juist om dat jij het speeltje loslaat, niet je hond. Daarna geeft je hond het weer aan jou, omdat hij verder wil spelen. Als je hem beveelt om het speeltje los te laten, zorg je alleen maar voor verwarring. Vergeet niet dat je met een spelletje begint. Als je hond dat leuk vindt, gaat de rest vanzelf.
5. Ken de stresssignalen van je hond
Hoe goed je ook je best doet, je hond kan altijd gestrest raken. Dit hoeft niet per se door jou te komen: het kan ook liggen aan prikkels van buitenaf.
Als je de stresssignalen van je hond kent, kun je helpen om de stress weg te nemen. En dat is weer goed voor jullie band. Stresssignalen kunnen zijn:
- Tongelen: Hierbij gaat de tong snel naar buiten en weer naar binnen. Dit is niet hetzelfde als de neus aflikken.
- Oogwit tonen: Hoe meer oogwit je ziet, hoe meer stress je hond ervaart.
- schudden: Alsof je hond uit het water komt, maar dan droog.
- Voorpootje heffen: Alsof je hond van plan is een stapje te zetten.
- Dit geldt natuurlijk niet altijd, dus let op de situatie.
Er zijn meer stresssignalen dan deze. Leer de signalen van je hond kennen. Raakt hij gestrest op een bepaalde plek als je hem uitlaat? Bijvoorbeeld vlakbij een schoolplein of als er iemand langs jullie fietst? Of geeft je hond stresssignalen tijdens het eten?
Maak er een filmpje van en laat het me zien! Ik kan met je meekijken. Zo kunnen we samen uitzoeken waarvan je hond gestrest raakt.